Gepubliceerd op: 02-10-2025
Ophovenerhof bouwde Tiny Houses naast hun boerderij waar 24 uur per dag begeleiding aanwezig is. Daarmee creëerde de zorgorganisatie woonplekken voor mensen die zelfstandig willen wonen, maar wel de nabijheid van begeleiding nodig hebben. Bestuurder, wooncoördinator en bouwer blikken samen terug en vertellen wat nodig was voor het proces. Met als advies: toon lef.
Zorgorganisatie Ophovenerhof in Sittard had in hun oude carréboerderij een vleugel leeg staan. Zonde, vond bestuurder Bert Ramakers. ‘We hebben er 4 appartementen gemaakt, maar wisten dat er behoefte was aan meer. Er stonden nog 14 mensen op de wachtlijst, mensen met een licht verstandelijke beperking die niet zelfstandig in de wijk kunnen wonen, maar wel graag een eigen woning wilden.’
Wooncoördinator Yolanda Vanderheijden kwam met het idee voor Tiny Houses. ‘Met Tiny Houses zouden we tegemoet kunnen komen aan de behoeften van deze groep cliënten en hun ouders’, vertelt Yolanda. ‘We kunnen iets bieden dat tussen wonen op een woongroep en wonen in de wijk inzit. Zelfstandig, maar wel met 24-uurs nabijheid van begeleiding. Bert was eerst geen fan. Tiny Houses stonden voor hem synoniem voor containers. Maar toen we bij een bouwer gingen kijken, zag hij: dit zijn volwaardige woningen.’
De juiste bouwer
Die bouwer was Peter Broekmans, mede-oprichter van C3 Living. Bert en Yolanda kwamen via via bij hem terecht. ‘Wij doen al jaren dagbesteding voor meerdere doelgroepen’, vertelt Peter. ‘Op een gegeven moment ontstond het idee: kunnen we naast dagbesteding ook woningen bouwen voor deze mensen? Inmiddels bouwen we modulaire woningen van 18 tot 35 vierkante meter. Dat doen we niet alleen voor de zorg, maar ook met mensen uit de zorg. Wij werken bewust met mensen met een inhaalslag op de arbeidsmarkt.’
De aanpak van C3 Living sluit naadloos aan bij de visie van de Ophovenerhof. ‘Als je zelf een zorgboerderij hebt waar je biologisch werkt, dan vind je het ook belangrijk dat nieuwbouw duurzaam gebeurt’, aldus Bert. ‘De Tiny Houses van C3 Living zijn cradle to cradle gebouwd door mensen met die genoemde inhaalslag. Dat past bij onze visie. We zijn met Peter gaan praten en zaten binnen de kortste keren plannen te maken voor de Tiny Houses.’
Op een gegeven moment ontstond het idee: kunnen we naast dagbesteding ook woningen bouwen voor deze mensen?
Band met gemeente en de buurt
Doordat C3 Living ervaring had met bouwen voor deze doelgroep, konden ze goed meedenken met Ophovenerhof. ‘Met Peters adviezen in mijn hoofd ging ik eerst in gesprek met de gemeente over de bouwvergunningen. Wat helpend was, was dat we al een goede band hadden met de gemeente. We zijn altijd heel proactief geweest om de gemeente binnen te halen en samen te werken, bijvoorbeeld bij het organiseren van vrijwilligersdagen op onze locatie. Dat is belangrijk geweest in het proces.’
Ook met de buurt werd de band verstevigd. ‘We hebben informatieavonden georganiseerd voor mensen die dicht bij de Tiny Houses zouden komen te wonen’, vertelt Yolanda. ‘We hebben geluisterd naar hun zorgen en hen aan de voorkant meegenomen in onze plannen. Uiteindelijk zijn er geen bezwaren ingediend tegen de bouw.’
Geen project voor erbij
Het is duidelijkdit soort projecten toewijding vraagt. ‘Je kunt dit niet even erbij doen’, zegt Peter. ‘Je hebt mensen nodig die zorg, inrichting, financiën en vergunningen snappen. Als bouwers kunnen we kleinere organisaties ondersteunen en zaken uit handen nemen. Grotere organisaties hebben de expertise vaak zelf in huis. Zij moeten daarbij zorgen dat één persoon in de organisatie de kar trekt. Iemand die out of the box kan denken en voorkomt dat het idee verzandt in de regelcultuur van de zorg. En daarnaast is bij voorkeur één wethouder of ambtenaar van de gemeente nauw betrokken. Een vaste contactpersoon die binnen de gemeente op de juiste momenten de mensen benadert die nodig zijn.’
Peter benadrukt daarbij het belang van slim bouwen. ‘Bouw niet te groot of te luxe. Dan vallen bewoners buiten huurtoeslagregels. We hebben kennis van het puntensysteem van het ministerie van VWS, zodat je als organisatie én bewoner geen onnodige kosten maakt. Elk huis moet passen bij de bewoner én bij de regelgeving.’
Verdieping door vertraging
Intussen had de Ophovenerhof nog een aantal obstakels te overwinnen. ‘Eerst kwam corona, daarna werden de bouwmaterialen veel duurder en toen besloot de gemeente het pand van Ophovenerhof, dat wij voorheen pachtten, te verkopen’, vertelt Peter. ‘Pas toen we het gebouw zelf in handen kregen, konden we verder. Naast gemeentelijke subsidie kregen we steun van de provincie via de regeling "Passend wonen in de buurt". Verder hebben we ook zelf geïnvesteerd en een ideële stichting die gelden uit een nalatenschap beheert, heeft ook bijgedragen. Inmiddels horen we van andere ouders dat zij graag een Tiny House voor hun kind zouden financieren. Wij willen hier op het terrein niet meer dan drie huisjes, dus bij ons gaat dat niet. Maar voor andere organisaties is het misschien wel een mogelijkheid.’
Dat het proces vertraging opliep, ziet Yolanda niet per se als een nadeel. ‘Door de vertraging kwam er meer verdieping in de inhoudelijke kant van het plan. Er kwam meer ruimte om met ouders, toekomstige bewoners en personeel het proces goed aan te gaan. Als je de tijd neemt om echt te luisteren, hoor je ook het gefluister: de zorgen van ouders, van cliënten, maar ook van het team. Met die drie groepen hebben we meerdere separate sessies gedaan.’
Bewoners betrokken bij de bouw
Toen begon de bouw, eerst in de loodsen van C3 Living. ‘We hebben de bewoners zo veel mogelijk betrokken, ook bij het plaatsen van de woning’, vertelt Peter. ‘Eén van de bewoners is gek van Scania-vrachtwagens. Daarom hebben we geregeld dat de transporteur zijn woning met een Scania vervoerde. Ook de timmermannen en monteurs die op het terrein de woningen kwamen afwerken, lieten de bewoners meehelpen. Op die manier zijn de woningen echt van hen geworden.’
Overontwikkelde zorgspier loslaten
De betrokkenheid bij de eigen woning werkt door in de ontwikkeling van de bewoners. Zij blijken veel meer dingen zelfstandig te kunnen dan de begeleiders eerder dachten. Ook hebben de Tiny Houses impact op de ouders. ‘In een Tiny House komen ouders niet op bezoek zoals in een instelling, maar in het huis van hun kind’, vertelt Yolanda. ‘Ze doen boodschappen met hun kind, werken in de tuin, helpen met ramen wassen. Ze helpen zelfs de andere bewoners. Ze worden onderdeel van het dagelijks leven en ontlasten daarmee de zorg.’
Ook binnen het zorgteam veranderde er iets. ‘We zijn de begeleiding al snel gaan afbouwen’, vertelt Yolanda. ‘We hebben de helft minder tijd nodig dan verwacht. Bewoners zijn gemotiveerd om zelf dingen te doen, zodat ze in hun Tiny House kunnen blijven wonen. Eén bewoner, halfzijdig verlamd, kookt nu zelfstandig. Dat was in een groepswoning niet gauw gebeurd.’ ‘Ouders en begeleiders hebben een overontwikkelde zorgspier’, vult Bert aan. ‘Tiny Houses helpen ons die los te laten.’
Ouders en begeleiders hebben een overontwikkelde zorgspier. Tiny Houses helpen ons die los te laten.
Tiny Houses als oplossing
Zowel Peter, Bert en Yolanda zijn ervan overtuigd dat Tiny Houses een goede oplossing kunnen zijn voor de groep die nu vaak tussen wal en schip valt. ‘Een sterk argument vind ik dat de Tiny Houses verplaatsbaar zijn’, aldus Bert. ‘Je kunt Tiny Houses delen met andere organisaties. Of je kunt Tiny Houses huren bij de bouwer. Zo kunnen we heel effectief vraag en aanbod invullen, wat veel kan betekenen voor de wachttijden in de zorg.’
Al met al vraagt het proces van Tiny Houses tijd en betrokkenheid, maar het is die investering ruimschoots waard, vinden de drie. ‘Zorgorganisaties mogen daarbij best wat ondernemender zijn’, vindt Peter. ‘Om mensen zo goed mogelijk te helpen, moet je soms anders durven denken dan je altijd deed.’ ‘Toon gewoon wat lef’, vult Yolanda aan. ‘De motivatie en het enthousiasme van bewoners en ouders is enorm. Ze willen zó graag. En je ziet dat het gevoel van eigenwaarde van de bewoners groeit. Met Tiny Houses maak je dat mogelijk.’
Ook aan de slag met Tiny Houses?
Denkt jouw organisatie ook over de bouw van Tiny Houses? Hieronder staan de belangrijkste tips van Ophovenerhof en C3 Living op een rijtje:
- Luister goed naar de behoeften van cliënten en ouders.
- Vind een bouwer die past bij jouw visie.
- Zorg dat er binnen de organisatie iemand is die het project draagt.
- Bouw een team van betrokkenen die de praktijk kennen.
- Betrek de gemeente vanaf het allereerste begin.
- Bespreek de plannen met de buurt en luister naar hen.
- Blijf met cliënten, ouders en zorgteam in gesprek over hun verwachtingen en vragen.
- Kijk over de grenzen van wat je altijd deed en doe iets nieuws.
Verder lezen over de randvoorwaarden van Tiny Houses en de stappen in een succesvolle aanpak? Ophovenerhof maakte hiervoor een inzichtelijk draaiboek.